Waarom stellen we dingen uit en hoe kun je uitstelgedrag doorbreken

Waarom stellen we dingen uit en hoe kun je uitstelgedrag doorbreken

Wat is uitstelgedrag precies

Uitstelgedrag betekent dat je iets dat je eigenlijk nu zou moeten doen, bewust voor je uitschuift. Je weet dat een taak belangrijk is, maar toch kies je ervoor om eerst iets anders te doen. Dat kan gaan om studeren, opruimen, administratie, maar ook om kleine klusjes in huis. Bijna iedereen herkent dit, maar niet iedereen begrijpt waarom het gebeurt.

Belangrijk om te weten is dat uitstelgedrag niets te maken hoeft te hebben met luiheid. Vaak zijn mensen met uitstelgedrag juist druk in hun hoofd, kritisch op zichzelf of bang om iets niet goed genoeg te doen. Daardoor voelt beginnen zwaarder dan het eigenlijk is.

Waarom stellen we dingen uit

Angst om fouten te maken

Een veelvoorkomende reden is faalangst. Als je denkt dat iets moeilijk wordt of dat anderen je zullen beoordelen, kan je brein beginnen te twijfelen. Je vertelt jezelf dat het beter is om later te beginnen, bijvoorbeeld “als ik meer tijd heb” of “als ik me beter kan concentreren”. In werkelijkheid stel je vooral het ongemakkelijke gevoel uit.

De taak lijkt te groot

Wanneer een taak groot en onoverzichtelijk is, voelt het alsof je een enorme berg moet beklimmen. Je ziet niet waar je moet starten, dus stel je het beginnen uit. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het schrijven van een verslag, het opruimen van een hele kamer of het plannen van een verhuizing. Hoe groter het voelt, hoe lastiger het lijkt om de eerste stap te zetten.

Je zoekt direct plezier

Ons brein kiest van nature graag voor de korte termijn. Een serie kijken, scrollen op je telefoon of een spelletje doen geeft direct een prettig gevoel. Een saaie of moeilijke taak levert dat gevoel pas later op. Daardoor wint het directe plezier het vaak van het lange termijn doel, zoals een opgeruimd huis of een goed cijfer.

Hoe kun je uitstelgedrag doorbreken

Maak een taak zo klein mogelijk

In plaats van te denken “ik moet mijn hele huis opruimen”, kun je beginnen met “ik ruim tien minuten de woonkamer op”. Door de taak op te knippen, voelt het overzichtelijk en haalbaar. Je brein schrikt minder, waardoor de stap om te beginnen kleiner wordt.

Spreek een startmoment af

In plaats van te blijven denken dat je het “vandaag nog wel een keer” doet, helpt het om een duidelijk tijdstip te kiezen. Bijvoorbeeld: om acht uur ga ik aan mijn verslag werken. Op dat moment doe je niets anders, ook al heb je geen zin. Vaak merk je dat de weerstand na een paar minuten afneemt zodra je eenmaal begonnen bent.

Verminder afleiding om je heen

Telefoonmeldingen, openstaande tabbladen en lawaai om je heen maken het lastiger om te starten én om door te werken. Leg je telefoon in een andere kamer, sluit onnodige schermen en zorg voor een rustige plek. Hoe minder verleidingen, hoe makkelijker het wordt om bij je taak te blijven.

Beloon jezelf bewust

Omdat uitstelgedrag vaak draait om direct plezier, kun je dat in jouw voordeel gebruiken. Spreek met jezelf af dat je na twintig of dertig minuten werken even pauze neemt en iets leuks doet. Zo leert je brein dat aan de taak beginnen óók iets positiefs oplevert.