Waarom stellen we dingen uit en hoe kun je eindelijk wél beginnen

Waarom stellen we dingen uit en hoe kun je eindelijk wél beginnen

Waarom stel je dingen steeds uit

Je herkent het vast. Je wilt al lang een kamer opruimen, een mail versturen of eindelijk aan dat ene idee beginnen, maar toch schuif je het steeds vooruit. Uitstellen voelt veilig en even rustig, maar vaak geeft het later juist meer stress. Begrijpen waarom je uitstelt, is de eerste stap om er iets aan te doen.

Uitstellen heeft zelden te maken met lui zijn. Vaak speelt er meer. Misschien ben je bang dat het niet goed genoeg zal zijn, weet je niet precies waar je moet beginnen of voelt de taak simpelweg te groot. Je brein kiest dan automatisch voor iets wat nu leuker of makkelijker is, zoals scrollen op je telefoon of een serie kijken.

De rol van emoties bij uitstelgedrag

Angst voor fouten of kritiek

Veel mensen stellen vooral taken uit waarbij ze beoordeeld worden. Denk aan een sollicitatiebrief, een verslag of een belangrijk bericht. De gedachte dat anderen er iets van vinden, kan spanning geven. Je brein probeert die spanning te vermijden door de taak vooruit te schuiven, ook al weet je dat het eigenlijk geen oplossing is.

De taak voelt te groot

Een andere reden is dat de taak als een berg voelt. “Het huis opruimen” klinkt veel en vaag. Je ziet niet duidelijk wat stap één is. Daardoor wordt de drempel om te beginnen hoger. Hoe onduidelijker de taak, hoe sneller je uitstelt. Een klein, helder stapje voelt veel beter te doen dan een groot vaag doel.

Directe beloning wint van lange termijn

Je brein houdt van snelle beloningen. Een filmpje kijken, een snack pakken of even chatten, geeft direct een fijn gevoel. Een taak afronden geeft meestal pas later een beloning. Daardoor wint de korte termijn het vaak van wat op de lange termijn beter voor je is.

Praktische manieren om wél te beginnen

Maak de eerste stap zo klein mogelijk

In plaats van “het huis opruimen” kun je kiezen voor “vijf minuten de eettafel leegmaken”. Een taak van vijf minuten voelt niet meer als een berg. Als je eenmaal bezig bent, merk je vaak dat doorgaan makkelijker is dan je dacht. Maar die eerste, kleine stap is het belangrijkst.

Werk met tijdsblokken

Een simpele methode is een wekker zetten op bijvoorbeeld tien of vijftien minuten. In die tijd richt je je alleen op één taak, zonder afleiding. Daarna mag je stoppen of pauze nemen. Door een duidelijke tijdsgrens voelt de opdracht minder zwaar, terwijl je toch vooruitgaat.

Maak het zichtbaar voor jezelf

Schrijf de taak op papier of in een eenvoudige lijst en streep af wat je hebt gedaan. Het afvinken geeft een klein gevoel van succes. Dat klinkt simpel, maar het helpt je brein om te zien dat je wél in beweging bent. Hoe vaker je dat ervaart, hoe kleiner de drempel wordt om de volgende keer weer te beginnen.

Vriendelijker zijn voor jezelf helpt echt

Veel mensen schelden in hun hoofd op zichzelf als ze iets uitstellen. Dat maakt de stap om te beginnen juist nóg lastiger. Probeer eens te kijken naar jezelf zoals je naar een goede vriend zou kijken. Iemand die het moeilijk vindt, maar toch een kleine stap zet. Uitstelgedrag hoort bij mens-zijn. Elke kleine actie is winst en brengt je dichter bij wat je eigenlijk wilt doen.